Op 14 april 2015 hebben GS het Natuurbeheerplan 2016 vastgesteld. Het Natuurbeheerplan geeft aan waar welke natuur in de provincie Utrecht aanwezig is en welke beheerdoelen hiervoor gelden. Het plan beschrijft de beleidsdoelen en de subsidie¬mogelijkheden voor de ontwikkeling en het beheer van natuur, agrarische natuur en landschapselementen. Het agrarische natuurbeheer verandert ingrijpend vanaf 1 januari 2016. De provincie stelt hogere eisen aan het natuurbeheer en subsidie is alleen mogelijk op de meest geschikte locaties. Door met agrariërscollectieven te gaan werken, is het mogelijk om natuurbeheer efficiënt te organiseren, gericht op behoud en ontwikkeling van natuurwaarden in het agrarisch gebied. Voorheen waren er contracten met honderden individuele agrariërs, zodat het moeilijker was om effectief te werken. Nu zijn er 7 contracten met agrarische collectieven, waarin voor 6 jaar afspraken zijn gemaakt over agrarisch natuur- en waterbeheer.
De provincie Utrecht heeft in 2015 als één van de eerste provincies deze afspraken gemaakt met collectieven. In dit nieuwe systeem gaan zij maatregelen uitvoeren voor bijvoorbeeld weidevogels, landschapselementen en boerensloten. Deze wijzigingen zijn opgenomen in het natuurbeheerplan 2016. Deze zeven collectieven hebben zelf hun organisatie en omvang vastgesteld en maken afspraken met de individuele deelnemers. Als provincie hebben wij ervoor gekozen om een (groot) deel van de verantwoordelijkheid neer te leggen bij onze partners in het betreffende gebied. Wij verwachten daarmee een grotere effectiviteit en efficiëntie te bereiken. Een voorbeeld is het weidevogelbeheer, dat zo intensiever kan plaatsvinden op de meest kansrijke gebieden. De agrarische collectieven krijgen ook (meer) verantwoordelijkheid bij het waterbeheer. De waterschappen hebben in overleg met de provincie aangegeven welke waterbeheerdiensten door hen uitgevoerd zouden kunnen worden (Blauwe Diensten).
Op 10 december 2015 vond een informele bijeenkomst plaats met de collectieven, de provincie Utrecht en de waterschappen in Fort Vechten te Bunnik. Tijdens deze bijeenkomst markeerden de partijen samen de start voor het vernieuwde agrarisch natuur- en waterbeheer vanaf 1 januari 2016.
De uitvoering van provinciaal beleid voor het landelijk gebied vindt plaats via de Agenda Vitaal Platteland (AVP). Voor de uitvoering werken we samen met gebiedscommissies waarin gemeenten, waterschappen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties zijn vertegenwoordigd. In 2015 waren er drie gebiedscommissies: Utrecht-west, Kromme Rijnstreek en Vallei en Heuvelrug. Ze zorgen in de streek voor draagvlak voor de realisering van de doelen en ambities van de provincie. Ook zorgen ze ervoor dat de ideeën vanuit de streek en de wensen van de provincie tegelijk worden uitgevoerd. Het programmabureau Utrecht-West ondersteunt de gebiedscommissie Utrecht-West en het programmabureau O-gen ondersteunt de gebiedscommissies Kromme Rijnstreek en Vallei en Heuvelrug. In december 2015 hebben PS het meerjarenprogramma AVP 2016-2019 vastgesteld.
In 2015 hebben vooral de gebiedscommissies een flinke impuls gegeven aan het realiseren van een vitaler en samenhangender stelsel van natuurgebieden. Bijvoorbeeld door in nauw overleg met inwoners voor nieuwe natuurgebieden inrichtingsplannen te maken en uit te voeren. In 2015 moesten de herstelmaatregelen voor enkele Natuurbeschermings¬gebieden worden afgerond. Deze zijn grotendeels tijdig gerealiseerd. Februari 2016 wordt door de Gebiedscommissie Utrecht West nog een onderzoek afgerond naar inundatie van de Kamerikse Nessen. Ook is discussie geweest over de ecologische noodzaak van een dam in NB-wetgebied De Bijleveld. Deze discussie is eind 2015 geslecht; de Gebiedscommissie Utrecht West legt de dam begin 2016 aan. Met de afronding van deze laatste herstelmaatregelen is de afweging tussen vitale landbouw en vitale natuur binnen de vergunningverlening voor agrarische bedrijven mogelijk.
Het programma Recreatie om de Stad (RodS) Utrecht draagt bij aan een samenhangende recreatieve groenstructuur op fietsafstand rond de stad Utrecht. Daarmee bieden we aantrekkelijke, gevarieerde groene gebieden om te recreëren. In 2015 is vanuit dit programma het Parkbos de Haar grotendeels aangelegd. Onderdelen hiervan zijn een landelijke boomplantcampagne van Natuurmonumenten (ruim 32.000 bomen) en de realisatie van het Geboortebos, 200 bomen geplant in november ter uitvoering van de PS-motie Plant een Boom. De oplevering van het project (70 ha met diverse voorzieningen, 4,7 km paden) is begin 2016, de opening voor publiek in het voorjaar 2016. Zie voor meer projecten overige resultaten.
Geboortebos met 200 bomen door ouders geplant |
Op vrijdag 13 november hebben 200 ouders een boom geplant voor hun baby in het Geboortebos in Parkbos de Haar in Haarzuilens. Dit deden zij samen met beheerder Udo Hassefras van Natuurmonumenten en gedeputeerde Bart Krol van de provincie Utrecht. Zij openden het Geboortebos in aanwezigheid van de vele enthousiaste ouders, grootouders en natuurlijk heel veel kinderen. De ouders krijgen de boom in het Geboortebos aangeboden door de provincie Utrecht. ‘Deze mooie, jonge boompjes groeien uit tot een groot bos. Een bos waar kinderen kunnen spelen, struinen en ravotten’, aldus Krol. ‘Oftewel een plek die uitnodigt om de natuur te beleven, samen met familie en vrienden’. Het wordt een knusse plek met een picknickbank omringd door deze 200 bomen. Het Geboortebos is een onderdeel van Parkbos de Haar. |
Het Europese Plattelandsontwikkelings Programma (POP2) is bedoeld om de concurrentiekracht van de land- en bosbouw te verbeteren, natuur en milieu te beheren en de leefkwaliteit van het platteland te verbeteren. Op 31 december 2015 is de uitvoeringsperiode van POP2 definitief gesloten. In 2016 wordt de uitvoering van het POP2 landelijk geëvalueerd. Vanuit dit Europese fonds is ca. € 19 mln. geïnvesteerd in het landelijk gebied van onze provincie, vooral voor innovatie in de landbouw, maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit en voor agrarisch natuurbeheer. De Europese Commissie heeft 13 februari 2015 het derde Plattelands Ontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) goedgekeurd, waarin voor de provincie Utrecht een bedrag van 40 miljoen euro beschikbaar is. Dit biedt kansen voor agrarisch natuurbeheer en innovatie in de agrarische sector. De voorbereidingen voor POP3 zijn in 2015 afgerond. Een belangrijk deel van de verplichte provinciale cofinanciering voor POP3 financieren we vanuit het meerjarenprogramma AVP. Plattelandsontwikkeling van onderaf (ook wel bekend als LEADER) krijgt met het geld ook een nieuwe impuls: het gaat dan om projecten die vanuit plattelandsondernemers ontstaan en die bijdragen aan de leefbaarheid, vitaliteit en kwaliteit van het landelijk gebied. Vanuit dit programma zijn in 2015 twee ‘Lokale Actiegroepen’ gestart. GS hebben hun plannen voor de komende jaren goedgekeurd. Er komt zo ook meer aandacht voor een goede verbinding tussen stad en land. Dat draagt bij aan een provincie waarin het aantrekkelijk wonen en recreëren is.