De onderstaande tabel laat zien dat het saldi op de programma’s (voor mutaties in de reserves) € 150 mln. bedraagt.
Saldi programma’s voor mutaties in reserves (x € 1.000,=)
Saldi programma's incl. overhead | Oorspronkelijke begroting | Begroting na wijz. | Rekening 2015 | Verschil |
---|---|---|---|---|
1. Ruimtelijke ontwikkeling, wonen en binnenstedelijke ontwikkeling | 11.544 | 20.920 | 12.744 | -8.176 |
2. Landelijk gebied | 42.747 | 51.803 | 37.800 | -14.003 |
3. Bodem, water en milieu | 17.015 | 18.929 | 13.158 | -5.771 |
4. Economische zaken en recreatie | 7.968 | 10.961 | 8.239 | -2.722 |
5. Mobiliteit | 84.331 | 60.148 | 35.344 | -24.804 |
6. Cultuur en samenleving | 14.803 | 15.014 | 13.420 | -1.594 |
7. Jeugdzorg | 2.549 | 2.226 | 1.701 | -525 |
8. Bestuur en middelen | 19.488 | 32.229 | 29.072 | -3.157 |
Totaal programma's incl overhead | 200.445 | 212.230 | 151.479 | -60.751 |
Het resultaat op de programma’s laat in 2015 een (positief) resultaat voor de mutaties in reserves zien. Alle programma’s sluiten af met een overschot, dat wil zeggen dat er minder is besteed dan er is begroot. Bij de afzonderlijke programma's treft u een overzicht aan van de samenstelling van het programmaresultaat.
Tegenover de (positieve) resultaten op de programma’s staan onttrekkingen uit of stortingen (zie Mutaties in de reserves (E)). Meer over de overige verschillen binnen dit programma treft u aan bij de afzonderlijke programma's. Op grond van de Budget- en afrekenregels (BAR) vallen overschotten op structurele budgetten automatisch vrij ten gunste van het rekeningresultaat. Voor overschotten op incidentele budgetten kunnen overboekingsvoorstellen naar een volgend jaar worden ingediend. Meer daarover leest u meer, indien van toepassing, in het statenvoorstel bij deze jaarrekening.