In de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028 (PRS) zijn de ruimtelijke ambities van de provincie weergegeven. Het vormt een belangrijke (ruimtelijke) basis voor een aantrekkelijke provincie, waarin het ook in de toekomst plezierig wonen, werken en recreëren is. De doorwerking loopt vooral via de Provinciale Ruimtelijke Verordening 2013 (PRV).
In 2015 is het fundament gelegd voor een eerste (voorgenomen) herijking. Het actualiseren van programma’s (bijvoorbeeld op het gebied van wonen en werken), nieuwe maatschappelijke opgaven (denk bijvoorbeeld aan energietransitie) en andere beleidsaccenten in het coalitieakkoord maken een dergelijke herijking zinvol. In de Kadernotitie Start Herijking PRS en PRV hebben PS richtinggevende keuzes vastgelegd over inhoud en proces. PS hebben bepaald dat de herijking geen herziening is: de in de PRS en PRV vastgelegde lange termijn visie en sturingsfilosofie blijven de basis. GS hebben onder andere gemeenten geraadpleegd (ambtelijk) over deze herijking. Naar verwachting stellen PS de herijkte PRS/PRV in december 2016 vast.
Met de herijking van de PRS en PRV houden we rekening met de nieuwe Omgevingswet. Voor de op te stellen Omgevingsvisie (vanaf 2017) voegen we de herijkte PRS en PRV, het Mobiliteitsplan en het Bodem-, Water- en Milieuplan samen tot één integrale provinciale visie.
indicator | Omschrijving | Streef-waarde | 2013 | 2014 | 2015 begroot | 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|
Verslag ruimtelijk beleid | Tijdige voortgangsrapportage aan PS over gebiedsontwik-keling en uitvoering PRS | 2eQ | 2eQ | 2eQ | 2eQ | 2eQ |
Beperking stedelijk ruimtebeslag | % woningvoorraad die ligt in stadsgewest Utrecht en regio Amersfoort | 75% | 75% | 75% | 75% | 77% |
Het tweede Ruimtelijk Actieprogramma 2012-2015 (RAP-2) geeft uitvoering aan de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028. De projecten in het RAP sluiten aan bij actuele ruimtelijke vraagstukken en dragen bij aan het realiseren van een integrale gebiedsontwikkeling.
In 2015 zijn de 16 projecten uit RAP-2 afgerond en is het programma geëvalueerd. De oogst is breed. Zo hebben we concrete handreikingen opgesteld voor onze partners in het ruimtelijke werkveld. Een dergelijke handreiking helpt gemeenten bij het maken van afwegingen en het opstellen van hun visie. Maar we hebben ook gezocht naar innovatie in onze werkwijze. Op het Eiland van Schalkwijk bijvoorbeeld experimenteren wij - samen met de gemeente Houten en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden - met een nieuwe manier van werken. Door minder regels op te leggen krijgen ondernemers meer ruimte om zelf te bouwen aan de toekomst van het gebied. De samenwerkende partners hebben dit experiment op basis van een evaluatie succesvol beoordeeld. Met diverse bijeenkomsten hebben wij ervoor gezorgd dat de resultaten van RAP-projecten ook elders toegepast kunnen worden.
Ruimtespel helpt gemeenten bij handreikingen RAP-2 |
De provincie wil alle Utrechtse gemeenten vertrouwd maken met de handreikingen die in het kader van het RAP zijn opgesteld. Hiervoor hebben wij een serious game laten ontwikkelen. Dit ‘Ruimtespel’ laat zien dat provinciale handreikingen gemeenten helpen om sneller, makkelijker en beter te adviseren aan initiatiefnemers. Dit geldt ook voor initiatieven die een gemeente zelf ontplooit. |
Uit de positieve evaluatie (december 2015) blijkt dat RAP-2 heeft zich bewezen: bij veel projecten heeft het RAP gezorgd voor extra inzet en energie van maatschappelijke partners, en een aantal thema’s (zoals kantorenaanpak, ruimtelijke inpassing duurzame energie, inpassing infrastructuur) zijn stevig op de kaart gezet. Tegelijkertijd hebben we samen met partners geconstateerd dat maatschappelijke vraagstukken steeds integraler worden en vragen om een nieuwe rolverdeling. Dit sluit naadloos aan bij het nieuwe coalitieakkoord ‘In verbinding’. We zijn daarom gestart met de transitie van het RAP naar een Innovatieprogramma Fysieke Leefomgeving (IFL). We willen dit programma richten op de vernieuwing van het ruimtelijke instrumentarium, onze rollen en werkwijzen om straks onder de Omgevingswet effectief te kunnen opereren. Waar in het RAP de focus lag op het ‘wat’, willen we in het IFL de focus leggen op het ‘hoe’. De contouren van het IFL hebben we eind 2015 vastgelegd in een startnotitie.
Kosten RAP | Opmerkingen | |
Totaal budget | 2.200.000 | |
Budget 2015 | 524.000 | |
Gerealiseerd 2015 | 516.000 | |
Gerealiseerd t/m 2015 | 2.149.000 | 2015 is het laatste jaar van RAP-2 geweest. De jaarlijks niet bestede middelen zijn vrijgevallen naar de algemene middelen. In totaal is dit € 51.000 geweest. |
Met het Integraal Gebiedsontwikkelingsprogramma 2012-2019 (IGP) zet de provincie in op de realisatie van gebiedsontwikkelingsprojecten met meerdere provinciale beleidsdoelen, zoals woningbouw, kantoren, bereikbaarheid, recreatie en natuur. Met het IGP stimuleren wij een integrale benadering van gebiedsontwikkeling, met brede bestuurlijke insteek. Dit kan door investeringsbudget in te zetten, maar vaak kunnen we al door procesgeld beschikbaar te stellen verbindingen leggen tussen doelen en ambities vanuit meerdere invalshoeken.
IGP-project +++ Utrecht Oost/ Science Park – een ‘leaderless network’ |
Het Utrecht Science Park groeit enorm, in het hart van de meest competitieve regio van Europa. Overheden en partijen op het Utrecht Science Park werken samen aan de ambitie om in 2020 een internationaal toonaangevend vestigingsmilieu te bieden voor life sciences, gezondheid en duurzaamheid. Om dit te bereiken hebben de partners op de 3ebestuurlijke conferentie (25 november 2015) concrete afspraken gemaakt over onder andere bereikbaarheid en ontwikkelruimte. In 2016 willen overheden en partners onder andere meer zichtbaar worden bij het Rijk en de Europese Unie. De rol van de provincie in dit proces is vernieuwend: de provincie faciliteert onder andere met medewerkers en IGP-gelden het netwerk zonder daarbij zelf nadrukkelijk op de voorgrond te treden. |
We hebben 11 projecten ondersteund, waaronder de N411, Verbreed Lekkanaal, Utrecht-Oost/Science Park en de Marinierskazerne Doorn. Provinciale Staten hebben voor twee projecten (Verbreed Lekkanaal en Lunet aan de Snel) realisatieplannen vastgesteld en daarmee investeringsgeld beschikbaar gesteld. De projectenlijst van het IGP is dynamisch en speelt voortdurend in op unieke kansen.
Kosten IGP | Opmerkingen | |
Totaal budget | 23.460.000 | Hierin zijn de diverse bezuinigingen en onttrekking voor het RAP reeds verwerkt. |
Budget 2015 | 2.270.000 | |
Gerealiseerd 2015 | 1.770.000 | |
Nog beschikbaar | 15.690.000 | Hiervan is reeds € 3,03 miljoen toegekend aan projecten als Lunet aan de Snel, verbreding Lekkanaal, etc. |
IGP-project +++ Werken aan herbestemming Marinierskazerne Doorn |
Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), de gemeente Utrechtse Heuvelrug en de provincie Utrecht gaan samen zoeken naar nieuwe bestemmingen voor de marinierskazerne (Van Braam Houckgeestkazerne) in Doorn. In 2012 is door het Rijk besloten om de marinierskazerne te verplaatsen naar Vlissingen waardoor de marinierskazerne in Doorn naar verwachting in 2020/2021 vrij komt. Als provincie kiezen we voor een actieve rol vanwege de schaal en omvang van de locatie en omdat er een veelheid aan (provinciale) beleidsdoelen speelt. Daarnaast geven wij spelregels mee (kaderstellend RO, provinciale belangen, vergunningverlener) en stellen wij IGP-gelden ter beschikking. RVB, gemeente en provincie hebben in juli 2015 een intentieovereenkomst gesloten om samen te verkennen welke ontwikkelingsrichting wenselijk en realistisch is voor de herbestemming van de marinierskazerne. Eind 2015 hebben de partijen een Plan van Aanpak opgesteld dat eind 2016 moet leiden tot een ‘ontwikkelkader’. |
IGP-project +++ Verbreding Lekkanaal met inpassing in Nieuwe Hollandse Waterlinie |
Provinciale Staten hebben in mei 2015 ingestemd met het realisatieplan voor het project Verbreding Lekkanaal / bedrijvenpark Het Klooster. Vanwege de toename van de scheepvaart is verbreding van het Lekkanaal bij Nieuwegein en de bouw van een 3e sluiskolk bij de Beatrixsluizen noodzakelijk. Hierdoor dreigt echter aantasting van zeer waardevolle delen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Dit zou de nominatie van de NHW als Unesco-Werelderfgoed ernstig in gevaar brengen. Samen met gemeente Nieuwegein hebben wij met IGP-gelden een nieuw inrichtingsplan opgesteld. Dit plan gaat uit van een zo optimaal mogelijke inpassing van de NHW, biedt nieuwe kansen voor recreatieve en ecologische verbindingen en helpt zo het bedrijventerrein zich beter in de markt te zetten. Door de bijdrage van € 0,5 miljoen uit het IGP hebben Rijk en gemeente Nieuwegein samen ca. € 3 miljoen bijgedragen. |
Het Rijk werkt aan een integrale wet voor de fysieke leefomgeving: de Omgevingswet. Naar verwachting treedt deze eind 2018 in werking. De Omgevingswet raakt direct en indirect op veel punten de provinciale taken en rollen. Daarom hebben PS in september 2014 een procesnotitie vastgesteld met daarin de wijze waarop wij ons gaan voorbereiden op de implementatie van de Omgevingswet. Hierin zijn vijf sporen opgenomen.
In 2015 hebben wij voortvarend gewerkt aan de uitvoering van deze vijf sporen, zoals het digitale stelsel (o.a. digitale besluiten; Laan van de Leefomgeving), en Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH). Daarnaast zetten wij in, samen met andere provincies, op beïnvloeding van het Rijk en starten we met een communicatietraject om onze partners te informeren en te betrekken. Op 1 juli 2015 hebben wij samen met andere overheden een Bestuursakkoord vastgesteld voor de invoering van de Omgevingswet. Daarin staan afspraken over samenwerking en concrete (gezamenlijke) activiteiten.
De provincies Utrecht, Zuid-Holland en Noord-Holland hebben in hun nieuwe coalitieakkoorden voortzetting van hun samenwerking rond het Groene Hart verankerd. Die samenwerking vindt onder meer plaats in de Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart. De Stuurgroep heeft in 2014 de Groene Hart Monitor laten opstellen, die een goed inzicht biedt in de toestand van dit nationaal landschap. Deze monitor bevat ook een eerste oriëntatie op de toekomstige opgaves voor dit gebied. Belangrijk vraagstuk in het Groene Hart is en blijft de bodemdaling die zich in grote delen van dit veenweidegebied manifesteert.
In september 2015 is het rendement van deze samenwerking voorgelegd aan Commissie RGW via een Voortgangsrapportage rond de concrete resultaten van 10 kernprojecten, zoals rond waterrecreatie en bodemdaling. De Stuurgroep heeft in nieuwe setting (naast de 3 provincies ook 3 gemeenten, 2 waterschappen en de Stichting Groene Hart) meer focus aangebracht op de onderwerpen die aangepakt moeten worden. En daarbij het besef ontwikkeld dat er genoeg energie in het gebied zit maar dat het aan samenwerking ontbreekt. Daarom heeft de Stuurgroep in 2015 veel energie gestoken in het vinden van nieuwe ‘eigenaren’ die een problematiek of kans sámen willen oppakken, in gelegenheidscoalities. Op 26 november 2015 zijn met veel betrokkenen uit het gebied actuele thema’s en concrete ideeën geselecteerd die op korte termijn door dergelijke coalities kunnen worden opgepakt.
Voor de provincie Utrecht is ruimtelijke kwaliteit een belangrijk begrip. Het realiseren van een aantrekkelijke woon-, werk- en leefomgeving staat onder druk van haar eigen succes. Door aandacht te besteden aan ruimtelijke kwaliteit willen we onderzoeken hoe bestaande omgevingen en nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen harmonisch samen kunnen gaan.
De onafhankelijke Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit (ARK) Ingeborg Thoral heeft in 2015 twee adviezen uitgebracht over Binnenstedelijke kwaliteit en Infrastructuur en omgevingskwaliteit. De adviezen bevatten aanbevelingen die kunnen leiden tot een andere aanpak of accenten in nieuwe visies, zoals de PRS. Het advies Infrastructuur en omgevingskwaliteit gebruiken we om onze activiteiten voor infrastructuur en omgevingskwaliteit te versterken. De aanbevelingen over knooppuntontwikkeling gebruiken we bij de herijking van bestaand beleid.
De Dag van de Ruimtelijke Kwaliteit 2015 had als thema “netwerken voor kwaliteit”. Op deze inspirerende dag met een grote opkomst hebben de deelnemers, onder andere via een informatiemarkt, met elkaar gesproken over een aantal actuele ruimtelijke opgaven. Daarna is gesproken over de rol van verschillende partijen in het ruimtelijk domein in de veranderende netwerksamenleving. In 2015 heeft de adviseur ook twee Landschapcafés georganiseerd. De eerste was gekoppeld aan het advies Infrastructuur en Omgevingskwaliteit. De tweede stond in het teken van het afscheid van Ingeborg Thoral. Er is gesproken over de rol van experts bij de verbetering van ruimtelijke kwaliteit. Deelnemers aan deze netwerkbijeenkomsten geven aan dat ze bijzonder waardevol en inspirerend te vinden.
Op basis van de evaluatie van de werkzaamheden van Ingeborg Thoral hebben Provinciale Staten begin 2015 besloten een nieuwe onafhankelijke Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit aan te stellen. In december 2015 hebben Gedeputeerde Staten Paul Roncken aangesteld als de nieuwe onafhankelijke ARK van de provincie Utrecht voor de periode van 1 december 2015 tot en met 1 december 2017.
Samen met elke gemeente zoeken we naar gedeelde ambities en stellen een gezamenlijke Ruimtelijke Agenda op. Deze samenwerkingsagenda is geen juridische overeenkomst of nieuw beleidsdocument, maar een overzicht van opgaven die de provincie samen met een gemeente wil ontwikkelen.
In 2015 heeft de provincie samen met gemeenten 13 agenda’s ondertekend en voor de 7 laatste gemeenten worden agenda’s voorbereid. Naar verwachting beschikken we na het eerste kwartaal van 2016 met alle gemeenten over ondertekende agenda’s. In de agenda’s na juni 2015 hebben we rekening gehouden met prioriteiten en maatschappelijke opgaven uit het coalitieakkoord. Samen met de gemeenten formuleren we in de agenda’s concrete ontwikkelopgaven en activiteiten, die leidend zijn voor ons reguliere overleg met gemeenten. Via het Ruimtelijk Aktie Programma geven wij financiële ondersteuning. Per 31-12-2015 beëindigen we dit programma, maar zullen wij via andere bestaande programma’s gemeenten blijven ondersteunen.
Met het programma WBO hebben we doelbewust gekozen om mee te bewegen met de markt, flexibel te zijn, geen vaste tranches uit te zetten en maatwerk te leveren passend bij de aard en het type knelpunt van het project. Dat houdt in dat het niet mogelijk is om jaarlijks exact aan te geven hoe de uitgaven zullen verlopen. Voor 2015 is een globale inschatting gemaakt voor de uitgaven. In 2015 zijn vanuit de Uitvoeringsverordening minder verplichtingen en voorgenomen subsidies uitbetaald dan gepland. Dit voornamelijk wegens vertraging in het aanleveren van benodigde (aanvullende) gegevens door de gemeenten c.q. aanvragers om daadwerkelijk tot uitkering te komen.
Bovendien is de filosofie van het programma om zo innovatief, efficiënt en slim mogelijk om te gaan met de beschikbare middelen. Door te werken met diverse vormen van garantstellingen, geven we in veel gevallen geen subsidie, maar vindt slechts een tijdelijke reservering plaats. Hierdoor bereiken we met aanzienlijk minder geld hetzelfde beoogde resultaat dan bij reguliere subsidievormen. Dit resulteert in minder uitgaven dan vooraf begroot.
Medio 2015 hebben we besloten het programma met maximaal 6-12 maanden te verlengen totdat het nieuwe beleidskader Binnenstedelijke Ontwikkeling en Uitvoeringsprogramma zijn vastgesteld, en een deel van het budget (ca. 2 mio) daarvoor te reserveren. Bij deze verlenging bekijken we expliciet de mogelijkheden van vernieuwing en verbreding.
indicator | Omschrijving | Streef-waarde | 2013 | 2014 | 2015 begroot | 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|
Woningbouw | Aantal gemeentelijke bouwplannen dat met instrumentarium programma WBO in ontwikkeling is gebracht | 20 | 20 | 25 | 25 | 28 |
Bij binnenstedelijke ontwikkeling hebben wij gekozen voor zeven focusgemeenten, te weten Wijk bij Duurstede, Veenendaal, Nieuwegein, Houten, Woerden, Amersfoort en Utrecht. Deze gemeenten hebben een relatief grote en/of complexe binnenstedelijke woonopgave. We richten ons op deze complexe gebiedsontwikkelingen en waar nodig thematische ondersteuning. Het gaat vaak om meerjarige processen zoals Rijnhuizen/Nieuwegein (terugdringen kantorenleegstand door middel van transformatie naar woon-werkgebied), Castellum/Houten (versnelling woningbouw) en Stationskwartier/Veenendaal (organisch ontwikkelen en vernieuwend opdrachtgeverschap woningbouw).
In 2015 hebben we onze intensieve samenwerking met de focusgemeenten voortgezet. Betrokken partijen ervaren de aanpak als succesvol. Door de nauwe samenwerking op concrete opgaven met duidelijke hobbels bouwen partijen aan een vertrouwensband op basis van gelijkwaardigheid.
In 2015 hebben we opnieuw stevig ingezet op het ontwikkelen van instrumenten en kennis rondom nieuwe financieringsconstructies. De inzet van ons financiële expertise netwerk FINC (Financieel Innovatieve Constructies) blijkt zeer succesvol. Het netwerk heeft 9 casussen behandeld, variërend van een advies voor kleinschalig CPO (collectief particulier opdrachtgeverschap) projecten tot grote, zeer complexe gebiedsontwikkelingen zoals de gebiedstransformatie van Rijnhuizen in Nieuwegein.
Rijnhuizen: samen werken aan gebiedstransformatie |
Rijnhuizen (gemeente Nieuwegein) is een kantorenlocatie met zeer veel leegstand. Op 3 juni 2015 hebben Statenleden een bezoek gebracht aan dit gebied. In dit project werken provincie, gemeenten en marktpartijen samen aan een gebiedstransformatie. Bijvoorbeeld door leegstaande kantoorpanden te transformeren tot woningen. Op deze manier is de leegstand in Nieuwegein inmiddels teruggebracht van 33% naar 26%. We hebben afspraken gemaakt over de investeringen in het gebied en hebben een gebiedsorganisatie opgetuigd die partijen verbindt en zorg draagt voor gebiedsmarketing. Vernieuwend is dat marktpartijen de leiding hebben en de ontwikkeling financieren. Gemeente Nieuwegein en provincie faciliteren hen met heldere ruimtelijke kaders en het voorfinancieren van investeringen. Het project Rijnhuizen is een goed voorbeeld van de nauwe samenwerking tussen de programma’s Kantoren en WBO. |